NL Diccionario de Neerlandés: beuzelen
beuzelen tiene 71 traducciones en 7 idiomas
Traducciones de beuzelen
- holgazanear (v) [plaats]
- holgazanería (n) [algemeen] {f}
- vagancia (n) [algemeen] {f}
- pérdida de tiempo (n) [algemeen] {f}
- perder el tiempo (v) [plaats]
- haraganear (v) [plaats]
- malgastar el tiempo (v) [plaats]
- detenerse en pequeñeces (v) [gedrag]
- charlotear (v) [gesprek] (informal)
- charlar (v) [gesprek]
- parlotear (v) [gesprek]
- hablar por los codos (v) [gesprek]
- dawdling [algemeen]
- loitering [algemeen]
- lingering [algemeen]
- dawdle [plaats] (informal)
- chatter [gesprek] (informal)
- loiter about [plaats]
- loiter around [plaats]
- hang around [plaats]
- loll [plaats]
- slouch about [plaats]
- slouch around [plaats]
- niggle [gedrag]
- be finicky [gedrag]
- chatter away [gesprek]
- chatter on [gesprek]
NL FR Francés 6 traducciones
- flâner [plaats]
- flânerie [algemeen] {f}
- traînasser [plaats]
- musarder [plaats]
- couper les cheveux en quatre [gedrag]
- bavarder [gesprek]
NL DE Alemán 9 traducciones
- plappern (v) [gesprek]
- nörgeln (v) [gedrag]
- trödeln (v) [plaats]
- Bummeln (n) [algemeen] {n}
- Trödeln (n) [algemeen] {n}
- schwatzen (v) [gesprek]
- herumbummeln (v) [plaats]
- herumlungern (v) [plaats]
- tüfteln (v) [gedrag]
NL IT Italiano 11 traducciones
- bighellonare (n) [algemeen] {m}
- l'andare a zonzo (n) [algemeen] {m}
- gingillarsi (n) [algemeen] {m}
- bazzicare (v) [plaats]
- frequentare abitualmente (v) [plaats]
- bighellonare in (v) [plaats]
- cavillare (v) [gedrag]
- chiacchierare (v) [gesprek]
- cianciare (v) [gesprek]
- essere pignolo (v) [gedrag]
- ciarlare (v) [gesprek]
NL PT Portugués 9 traducciones
- folga (n) [algemeen] {f}
- tagarelar (v) [gesprek]
- malandragem (n) [algemeen] {f}
- gazeta (n) [algemeen] {f}
- vadiar (v) [plaats]
- vagabundear (v) [plaats]
- passar o tempo (v) [plaats]
- prender-se a detalhes pouco importantes (v) [gedrag]
- prender-se a miudezas (v) [gedrag]
NL SV Sueco 9 traducciones
- söleri (n) [algemeen] {n}
- masande (n) [algemeen] {n}
- knåpa (v) [gedrag]
- pilla (v) [gedrag]
- stå och hänga (v) [plaats]
- sitta och hänga (v) [plaats]
- pladdra (v) [gesprek]
- babbla (v) [gesprek]
- snacka (v) [gesprek]