NL Diccionario de Neerlandés: naam
naam tiene 71 traducciones en 19 idiomas
Traducciones de naam
- denominación (n) [benaming] {f}
- título (n) [benaming] {m}
- fama (n) [roem] {f}
- renombre {m}
- nombre [personen - voorwerpen, reputatie] {m}
- reputación (n) [personen - voorwerpen, reputatie, roem, what somebody is known for] {f}
- name [personen - voorwerpen, reputatie]
- designation [benaming]
- appellation [benaming] (formal)
- title [benaming]
- reputation [roem, what somebody is known for]
- repute [roem] (formal)
NL FR Francés 5 traducciones
- renommée (n) [what somebody is known for] {f}
- titre [benaming] {m}
- désignation [benaming] {f}
- nom [benaming, personen - voorwerpen, reputatie] {m}
- réputation [roem, what somebody is known for] {f}
NL DE Alemán 8 traducciones
- Ruf (n) [roem, what somebody is known for] {m}
- Ansehen (n) [what somebody is known for] {n}
- Name (n) [personen - voorwerpen, reputatie] {m}
- Bezeichnung (n) [benaming] {f}
- Benennung (n) [benaming] {f}
- Titel (n) [benaming] {m}
- schlechter Ruf (n) [roem] {m}
- Klang (n) [what somebody is known for] {m}
NL IT Italiano 8 traducciones
- titolo (n) [benaming] {m}
- appellativo (n) [benaming] {m}
- fama (n) [roem] {f}
- rumore (n) [what somebody is known for] {m}
- nome (n) [personen - voorwerpen, reputatie] {m}
- reputazione (n) [personen - voorwerpen, reputatie, roem, what somebody is known for] {f}
- riputazione
- caratura (n) [what somebody is known for] (n)
NL PT Portugués 9 traducciones
- título (n) [benaming] {m}
- designação (n) [benaming] {f}
- denominação (n) [benaming] {f}
- fama (n) [roem, what somebody is known for] {f}
- renome (n) [personen - voorwerpen, reputatie] {m}
- reputação (n) [roem, what somebody is known for] {m}
- má reputação (n) [roem] {f}
- nome (n) [personen - voorwerpen, reputatie] {m}
- má fama (n) [roem] {f}
NL SV Sueco 5 traducciones