NL Diccionario de Neerlandés: samenwonen
samenwonen tiene 25 traducciones en 8 idiomas
Traducciones de samenwonen
- vivir en pareja (v) [ongehuwd paar, relatie, samenleven]
- vivir juntos (v) [ongehuwd paar, relatie, samenleven]
- cohabitar (v) [ongehuwd paar, relatie, samenleven]
- convivir (v) [ongehuwd paar, relatie, samenleven]
- accompany (v) [obsolete: to cohabit]
- live together [ongehuwd paar, relatie, samenleven]
- shack up [ongehuwd paar] (informal)
- shack up together [ongehuwd paar] (informal)
- cohabit [relatie, samenleven]
NL FR Francés 3 traducciones
- vivre ensemble [ongehuwd paar, relatie, samenleven]
- vivre en concubinage [ongehuwd paar, relatie, samenleven]
- cohabiter [ongehuwd paar, relatie, samenleven]
NL DE Alemán 2 traducciones
- zusammenleben (v) [ongehuwd paar, relatie, samenleven]
- zusammenwohnen (v) [ongehuwd paar, relatie, samenleven]
NL IT Italiano 3 traducciones
- vivere insieme (v) [ongehuwd paar, relatie, samenleven]
- convivere (v) [ongehuwd paar, relatie, samenleven]
- coabitare (v) [ongehuwd paar, relatie, samenleven]
NL PT Portugués 3 traducciones
- morar juntos (v) [ongehuwd paar, relatie, samenleven]
- coabitar (v) [ongehuwd paar, relatie, samenleven]
- morar junto (v) [ongehuwd paar, relatie, samenleven]
NL SV Sueco 4 traducciones
- bo tillsammans (v) [ongehuwd paar, relatie, samenleven]
- bo ihop (v) [ongehuwd paar, relatie, samenleven]
- sammanbo (v) [ongehuwd paar, relatie, samenleven]
- leva tillsammans (v) [ongehuwd paar, relatie, samenleven]