NL Diccionario de Neerlandés: ergeren
ergeren tiene 134 traducciones en 11 idiomas
Traducciones de ergeren
- ofender (v) [gevoelens]
- provocar (v) [gedrag, persoon, irriteren]
- herir (v) [gevoelens]
- dejar resentido (v) [gevoelens]
- irritar (v) [boos maken, gedrag, irriteren, persoon]
- fastidiar (v) [persoon, irriteren, gedrag]
- enojar (v) [gedrag, irriteren, persoon]
- molestar (v) [gedrag, gevoelstoestand, irriteren, persoon]
- enfadar (v) [persoon, gedrag, boos maken, irriteren]
- agravar (v) [gedrag, irriteren]
- exasperar (v) [gedrag, irriteren]
- importunar (v) [gedrag, irriteren, persoon]
- atormentar (v) [irriteren, persoon, gedrag]
- acosar (v) [gedrag, irriteren, persoon]
- hostigar (v) [gedrag, irriteren, persoon]
- vejar (v) [to annoy]
- enturbiar (v) [render turbid]
- disgustarse (v) [to annoy]
- give offense [gevoelens]
- cause offense [gevoelens]
- give umbrage [gevoelens]
- vex [gedrag, to annoy] (arch.)
- bother [gedrag, gevoelstoestand]
- annoy [irriteren, gedrag]
- pester [gedrag]
- irritate [irriteren]
- aggravate [irriteren]
- irk [irriteren]
- exasperate [irriteren]
- chafe [irriteren]
- ruffle someone's feathers [boos maken] (informal)
- peeve [persoon] (informal)
- gall [persoon]
- roil (v) [render turbid]
NL FR Francés 16 traducciones
- provoquer [irriteren, persoon, gedrag]
- offenser [gevoelens]
- ennuyer [gedrag, gevoelstoestand, irriteren, persoon, to annoy]
- froisser [gevoelens, boos maken]
- blesser [gevoelens]
- porter ombrage [gevoelens]
- vexer [gedrag, irriteren]
- embêter [gedrag, irriteren, persoon]
- importuner [gedrag, persoon, irriteren]
- irriter [boos maken, gedrag, irriteren, persoon]
- énerver [gedrag, irriteren, to annoy]
- troubler (v) [render turbid]
- harceler [gedrag, irriteren, persoon]
- tourmenter [gedrag, irriteren, persoon]
- inquiéter [gevoelstoestand]
- contrarier [boos maken]
NL DE Alemán 16 traducciones
- belästigen (v) [irriteren, gedrag]
- reizen (v) [gedrag, persoon]
- beleidigen (v) [gevoelens]
- stören (v) [gedrag]
- anstoßen (v) [gevoelens]
- kränken (v) [gevoelens]
- verletzen (v) [gevoelens]
- ärgern (v) [irriteren, to annoy, gedrag] (sich)
- behelligen (v) [gedrag]
- plagen (v) [gedrag]
- Sorgen machen (v) [gevoelstoestand]
- irritieren (v) [irriteren]
- verärgern (v) [irriteren]
- jemanden aufregen (v) [boos maken]
- jemanden reizen (v) [boos maken]
- trüben (v) [render turbid]
NL IT Italiano 20 traducciones
- offendere (v) [gevoelens]
- provocare (v) [gedrag, persoon, irriteren]
- urtare (v) [gevoelens] {m}
- ferire (v) [gevoelens]
- seccare (v) [gedrag, irriteren, persoon]
- infastidire (v) [persoon, irriteren, gedrag, boos maken]
- irritare (v) [boos maken, gedrag, irriteren, persoon]
- tormentare (v) [gedrag, irriteren, persoon]
- dare fastidio (v) [irriteren, gevoelstoestand, gedrag]
- esasperare (v) [gedrag, irriteren, persoon]
- far arrabbiare (v) [boos maken]
- innervosire (v) [to annoy]
- molestare (v) [gedrag, irriteren, persoon]
- assillare (v) [irriteren, persoon, gedrag]
- affliggere (v) [gedrag, irriteren, persoon]
- preoccupare (v) [gevoelstoestand]
- indispettire (v) [gedrag, persoon]
- vessare (v) [to annoy]
- intorbidare (v) [render turbid]
- rendere torbido (v) [render turbid]
NL PT Portugués 22 traducciones
- enervar (v) [irriteren, gedrag]
- ofender (v) [gevoelens]
- aborrecer (v) [gedrag, irriteren, persoon, to annoy]
- provocar (v) [gedrag, irriteren, persoon]
- ferir (v) [gevoelens]
- magoar (v) [gevoelens]
- chatear (v) [irriteren, persoon, gedrag]
- irritar (v) [boos maken, gedrag, irriteren, to annoy]
- enfadar (v) [gedrag, irriteren, persoon]
- amolar (v) [persoon, irriteren, gedrag]
- apoquentar (v) [gedrag, irriteren]
- exasperar (v) [gedrag, irriteren]
- perturbar (v) [gedrag, persoon]
- importunar (v) [gedrag, gevoelstoestand, irriteren, persoon]
- molestar (v) [gedrag, persoon, irriteren]
- atormentar (v) [gedrag, irriteren, persoon]
- preocupar (v) [gevoelstoestand]
- fazer perder a cabeça (v) [boos maken]
- machucar (v) [gevoelens]
- turvar (v) [render turbid]
- vexar (v) [to annoy]
- turbar (v) [render turbid]
NL SV Sueco 14 traducciones
- stöta (v) [gevoelens]
- väcka anstöt hos (v) [gevoelens]
- reta (v) [gedrag, irriteren, persoon]
- förarga (v) [gedrag, irriteren]
- plåga (v) [gedrag, gevoelstoestand, irriteren, persoon]
- besvära (v) [gedrag, gevoelstoestand, irriteren, persoon]
- tråka (v) [persoon, irriteren, gedrag]
- irritera (v) [gedrag, irriteren, persoon]
- störa (v) [gedrag, irriteren, persoon]
- misshaga (v) [gedrag, irriteren]
- förtreta (v) [gedrag, irriteren]
- trakassera (v) [gedrag, irriteren, persoon]
- såra (v) [gevoelens]
- förarga någon (v) [boos maken]
NL RU Ruso 7 traducciones
- мути́ть (v) [render turbid] (v)
- взмути́ть (v) [render turbid] (v)
- замути́ть (v) [render turbid] (v)
- взба́лтывать (v) [render turbid] (v)
- взболта́ть (v) [render turbid] (v)
- раздража́ть (v) [to annoy] (v)
- досажда́ть (v) [to annoy] (v)